Om op de lange termijn succesvol te blijven is wendbaarheid en veerkracht alleen niet voldoende. Als organisatie moet je blijven innoveren: met nieuwe producten en diensten, verbeterde processen, sociale innovaties en uiteindelijk – het meest complex – het genereren van doorbraken en systeeminnovaties kun je concurrenten voorblijven en aansluiten op de behoeften in de markt.
Innovatiestrategieën
Gijs van Wulfen gaf in diens managementboek van het jaar 2017, ‘Het Innovatiedoolhof’, aan dat innovators – overal ter wereld – dezelfde obstakels tegenkomen. Van Wulfen ontdekte in ruim vijftig innovatieprojecten hoe je de chaotische start van innovatie kunt structureren. En welke tien essentiële activiteiten je in welke volgorde moet uitvoeren om succesvol het innovatiedoolhof te doorlopen.
Vanuit vier logische startpunten lopen er heldere routes naar een succesvolle businesscase voor nieuwe producten, diensten en businessmodellen:
1. De Idee-route: je hebt een idee, wat nu?
2. De Technologie-route: je hebt een nieuwe technologie, wat nu?
3. De Klantknelpunt-route: je hebt een klantprobleem ontdekt, wat nu?
4. De Noodzaak-route: je moet innoveren, wat nu?
Via deze innovatieroutes leer je essentiële vragen te beantwoorden voor een succesvolle start van innovatie, zoals: Hoe weet ik of de klant erop zit te wachten? Of het maakbaar is? Of het rendabel is?
Maar ook: in welke context ben je actief en welke werkwijze kleurt de innovatiepraktijken?
Praktische informatie over deze kennisupdate
Inhoud van het programma
SDO hanteert de Cubrix – een integraal bedrijfskundig raamwerk – als het theoretisch fundament voor moderne bedrijfskunde. Ook het innovatiebeleid wordt vanuit een fasegewijze, waardegeoriënteerde en contextspecifieke benadering bestudeerd.
Vanuit het motto ‘stilstaan is achteruitgang’ en de realiteit dat waardecreatie voor stakeholders in een veranderende wereld telkens weer om vernieuwing vraagt, moeten organisatie blijven innoveren om op de lange termijn succesvol te blijven. Aanpassen aan veranderingen vergt meer dan wendbaarheid en veerkracht alleen. Uiteindelijk is vernieuwing nodig: nieuwe producten en diensten, nieuwe processen die deze sneller, beter en goedkoper zijn en slimmere werkwijzen en organisatievormen.
De innovatie kan zich ook richten op het kunnen realiseren van eigen ambities en doelstellingen – al dan niet gedwongen door concurrenten of machtsverschuivingen in de productieketen (zie vijfkrachtenmodel van Porter). Voorbeelden van interne ambities zijn het realiseren van een (hogere) omzet, winst of productiviteit. Of zoals bijvoorbeeld 3M die een innovatiestrategie de kern van haar bedrijf maakte met als doelstelling dat 20% van haar omzet afkomstig is van productinnovaties van korter dan drie jaar geleden.
Een belangrijke veroorzaker van innovaties is de overheid. Deze kan de wet- en regelgeving aanscherpen waarop organisaties moeten reageren; belasting principes wijzigen (zoals de ‘vervuiler betaalt’); beleidsambities introduceren (NL circulair in 2050 en Programma Aardgasvrije Wijken); via openbare tenders haar vraag en eisen aanscherpen waardoor innovatieve bedrijven eerder aan bod komen en het kan Research & Development in zogenaamde topsectoren stimuleren, met name technologische ontwikkelingen in de pre-competitieve fase.
Dit alles en veel meer komt aan de orde in deze kennisupdate!
Online onderwijs
SDO maakt gebruik van het leerplatform van Paragin waardoor moderne leervormen ter beschikking staan. Het studiemateriaal is fraai en functioneel vormgegeven en faciliteert alle leerstijlen. Een berichtenforum staat open voor uitwisseling met collega-deelnemers en de experts van SDO.
Het kennisplein staat 365 dagen open en de toegankelijkheid kan eenvoudig verlengd worden.
Het studiemateriaal omvat de volgende elementen: